Betekenis van:
afzakken
afzakken
Werkwoord
- langzaam naar beneden schuiven
"je broek zakt af"
"zich af laten zakken"
Hyperoniemen
Hyponiemen
afzakken
Werkwoord
- komen naar zuidelijker of lager gelegen streken
"naar het zuiden afzakken"
"naar het dal afzakken"
Hyperoniemen
afzakken
Werkwoord
- naar beneden glijden
"Die grote broek bleef maar afzakken."
afzakken
Werkwoord
- alcohol drinken
"Na de film gingen we nog even afzakken in de stad."