Betekenis van:
afzeggen

afzeggen
Werkwoord
  • meedelen dat iets niet doorgaat
"een verjaardagsfeest afzeggen"
"zijn bezoek afzeggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

afzeggen
Werkwoord
  • aangeven dat men niet gaat komen
"Ik heb dat feest afgezegd omdat ik me niet goed voelde."
afzeggen
Werkwoord
  • ''~ voor'': aangeven dan men niet gaat komen
"Ik heb afgezegd voor het feest omdat ik een andere afspraak had."