Betekenis van:
afzonderen
afzonderen
Werkwoord
- ''zich ~'' zichzelf uit de groep halen
"De man wilde zich graag afzonderen toen hij met die groep wildebrassen op stap ging."
afzonderen
Werkwoord
- (een ruimte) van een aangrenzende ruimte afscheiden
"besmette varkens afzonderen"
Synoniemen
Hyperoniemen
afzonderen
Werkwoord
- je terugtrekken; je verwijderen
Synoniemen
Hyperoniemen
afzonderen
Werkwoord
- afscheiden
Voorbeeldzinnen
- het afzonderen van als huisdier gehouden eenden en ganzen van ander pluimvee.