Betekenis van:
afzonderlijk

afzonderlijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • los van de rest, op zichzelf staand
"alles zit in afzonderlijke bakjes verpakt"
"in feite is dit werk geen oratorium, maar bestaat het uit zes afzonderlijke cantates"

Synoniemen

afzonderlijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • op zichzelf staand

Voorbeeldzinnen

  1. Afzonderlijk teststuk
  2. Afzonderlijk gas = Mgas/Wact
  3. Maïs (afzonderlijk basisareaal)
  4. afzonderlijk aangeboden sleutels
  5. 0,002 % indien afzonderlijk gebruikt
  6. Afzonderlijk niet-knipperend waarschuwingslicht.
  7. afzonderlijk of in totaal:
  8. Afzonderlijk niet-knipperend licht.
  9. Maïs (afzonderlijk basisareaal)
  10. Hetzij gecombineerd, hetzij afzonderlijk
  11. [op een afzonderlijk blad]
  12. Zij worden afzonderlijk geregistreerd.
  13. 0,01 % indien afzonderlijk gebruikt
  14. Elke subpartij wordt afzonderlijk bemonsterd.
  15. Elke subpartij wordt afzonderlijk bemonsterd.