Betekenis van:
aids

aids (narticle ~)
Zelfstandig naamwoord
  • dodelijke virusziekte
"lijden aan aids"
"mensen op de gevaren van aids wijzen"

Hyperoniemen

aids
Zelfstandig naamwoord
  • een virusziekte waarbij het natuurlijke afweersysteem van het lichaam steeds verder afgebroken wordt
"De diagnose was dat hij aan aids leed."
aids
Zelfstandig naamwoord
  • een virusziekte waarbij het natuurlijke afweersysteem van het lichaam steeds verder afgebroken wordt
"De diagnose was dat hij aan aids leed."

Voorbeeldzinnen

  1. "Is het mogelijk om AIDS te krijgen van WC-brillen?" "Nee, dat is niet mogelijk."
  2. Aids-preventiesets
  3. Hiv/aids
  4. Klinische criteria (aids)
  5. Lietuvos AIDS centras
  6. bestrijding van hiv/aids;
  7. AIDS Surveillance in Europe, kwartaalverslag 1993; nr. 37: 23-28.
  8. Gezamenlijk hiv/aids-programma van de Verenigde Naties (UNAIDS)
  9. AIDS (ACQUIRED IMMUNODEFICIENCY SYNDROME) EN HIV (HUMAN IMMUNODEFICIENCY VIRUS)
  10. Seksuele gezondheid en hiv-aids (bijlage — punt 2.2.1)
  11. preventie van hiv/aids bij risicogroepen, met name in gevangenissen;
  12. Gecoördineerde aanpak van de bestrijding van aids in de Europese Unie en de buurlandenhttp://europa.eu.int/comm/health/ph_threats/com/aids/docs/ev_20040916_rd01_en.pdf
  13. uitwisselings- en verspreidingsmogelijkheden voor nationale en internationale ervaringen met voorlichting over hiv/aids en seksuele gezondheid;
  14. HIV/AIDS Surveillance in Europe, kwartaalverslag 1995; nr. 48: 46-53.
  15. Ondersteuning van de kernfinanciering voor (het) hiv/aids-preventienetwerk(en) [Financieringsmechanisme: operationele subsidie]