Betekenis van:
algemeen
algemeen
Zelfstandig naamwoord
- meestal.
"Dat gaat in het algemeen wel goed."
algemeen
Bijvoeglijk naamwoord
- iedereen betreffend
"Wij hebben al jaren een algemeen kiesrecht."
algemeen
Bijvoeglijk naamwoord
- geldig voor alle gevallen
"Hij is een algemene directeur."
algemeen
Bijvoeglijk naamwoord
- niet op de details ingaand
"Ik zal in algemene termen spreken..."
algemeen
Bijvoeglijk naamwoord
- algemeen; algemeen (toepasbaar); niet speciaal
"op die manier kunnen we een algemene indruk krijgen hoe het ervoor staat"
"algemene ontwikkeling"
Synoniemen
algemeen
Bijvoeglijk naamwoord
- het geheel betreffend, niet op details ingaand
"algemene beloften"
"het boek blijft vrij algemeen in zijn beschrijvingen"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Over het algemeen houden kinderen van zoetigheid.
- Japanners zijn in het algemeen beleefd.
- In het algemeen eet ze niet erg veel.
- Het wordt algemeen aangenomen dat hij onschuldig was.
- Over het algemeen lopen mannen sneller dan vrouwen.
- Vrouwen leven over het algemeen langer dan mannen.
- Over het algemeen lopen mannen sneller dan vrouwen.
- Over het algemeen weet men maar weinig over niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de tweede orde.
- De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.
- Algemeen.
- ALGEMEEN
- Algemeen
- Algemeen
- Algemeen”.
- Algemeen