Betekenis van:
alleenstaand

alleenstaand
Bijvoeglijk naamwoord
  • eenzaam; zonder partner
"alleenstaande mannen/vrouwen"
"alleenstaande ouders"

Synoniemen

Hyperoniemen

alleenstaand
Bijvoeglijk naamwoord
  • los van de rest, op zichzelf staand
"een alleenstaand geval"
"een alleenstaand huis"

Synoniemen

alleenstaand
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder anderen

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik ben single (ik ben alleenstaand)
  2. Wat maatregel C betreft, geven de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aan dat het feit dat BE aan BNFL geen rente betaalde tijdens de „standstill”-periode, dient te worden bezien als een onderdeel van het volledige aandeel van BNFL in het herstructureringsplan, in plaats van als een alleenstaand onderdeel. Over het hele pakket werd immers als één geheel onderhandeld.