Betekenis van:
amateur
amateur (de ~ | meervoud amateurs)
Zelfstandig naamwoord
- niet-professionele beoefenaar; onbekende op bepaald terrein; amateur in sport of hobby
"de kampioenschappen wielrennen voor amateurs"
Synoniemen
Hyperoniemen
amateur
Zelfstandig naamwoord
- een persoon die iets als hobby doet
"De amateurs mochten op zondag voetballen."
amateur
Zelfstandig naamwoord
- iemand die onervaren is
"Je lijkt wel een amateur met al dat geknoei."
Voorbeeldzinnen
- Tom is maar een amateur.
- Ik hoop in contact te komen met andere Esperantisten via de radio, want ik ben radio-amateur. Mijn roepnummer is F5NQW.
- luchtvaartuigen waarvan ten minste 51 % door een amateur of een non-profitorganisatie van amateurs voor eigen doeleinden en zonder enig commercieel doel wordt gebouwd;