Betekenis van:
analogie
analogie (de ~ | meervoud analogieën)
Zelfstandig naamwoord
- gelijkenis
"een analogie met [de vorige situatie]"
"naar analogie [van iets]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
analogie
Zelfstandig naamwoord
- een overeenkomst tussen twee verschillende zaken die dient als basis voor een bepaalde redenering
Voorbeeldzinnen
- De bovengenoemde analogie is derhalve niet gegrond.
- De analogie met een handelspartner is derhalve niet gegrond.
- De regels betreffende de gespecialiseerde afdelingen zijn naar analogie op subcomités van toepassing.
- De regels betreffende de gespecialiseerde afdelingen zijn naar analogie op subcomités van toepassing.”.
- Anaëroob biologisch afbreekbaar (getest en biologisch afbreekbaar bevonden of niet getest maar aangetoond via analogie enz.)
- De regels betreffende de gespecialiseerde afdelingen zijn naar analogie op subcomités van toepassing.
- Anaëroob biologisch afbreekbaar (getest en biologisch afbreekbaar bevonden of niet getest maar aangetoond via analogie enz.)
- Een entiteit mag deze vrijstellingen niet naar analogie op andere posten toepassen.
- Zij moeten door de rekenplichtige van de Commissie worden vastgesteld naar analogie met artikel 133 van het algemeen Financieel Reglement.
- Bij analogie lijken de bepalingen die de Commissie heeft onderzocht geen enkele regeling voor restitutie van overcompensatie te bevatten.
- De Commissie hanteert echter naar analogie dezelfde leidende beginselen als die van Verordening (EG) nr. 68/2001.
- Deze analogie geldt echter alleen voor het nieuwe gedeelte, dat wil dus zeggen voor het verhogingsdeel van de heffing.
- Derhalve is het logisch „varen tussen de haven en de baggerplaats” en „varen tussen de stortplaats en de haven” naar analogie als zeevervoer te beschouwen.
- 8 Deze interpretatie is alleen van toepassing op afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten; ze mag niet naar analogie worden toegepast op andere typen hedge accounting.
- Tot dan was LBS — naar analogie met de verhouding tussen de garanten — voor 60 % in handen van de deelstaat Nedersaksen en voor 40 % van NSGV.