Betekenis van:
antenne
antenne (de ~ | meervoud antennes)
Zelfstandig naamwoord
- instrument voor signalen zenden/opvangen
"centrale antenne"
"een Haagse antenne"
Hyperoniemen
Hyponiemen
antenne
Zelfstandig naamwoord
- een vrij opgestelde elektrische geleider voor het uitzenden en/of ontvangen van elektromagnetische straling in het radiofrequentie gedeelte van het elektromagnetische spectrum
"De geleider van de antenne kan worden gecombineerd met directoren en/of een reflector om een richtwerking te verkrijgen."
antenne
Zelfstandig naamwoord
- een voelspriet bij verschillende dieren/insecten
antenne
Zelfstandig naamwoord
- het staafje van de dobber van een vislijn
antenne (de ~ | meervoud antennes)
Zelfstandig naamwoord
- spriet waarmee een dier tast; voelspriet van insect; spriet waarmee een dier tast; voelhoorn v.e. dier
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Antenne-installatie
- bevat een bestuurbare antenne met nulstand.
- bevat een bestuurbare antenne met nulstand.
- een ingebouwde GPS-module met aparte antenne
- Afstand tussen voertuig en antenne: 10 m
- met een bestuurbare antenne met nulstand.
- Afstand tussen voertuig en antenne: 3 m
- PLAATS VAN DE ANTENNE TEN OPZICHTE VAN DE TREKKER
- TRP meet het vermogen dat een antenne werkelijk uitstraalt.
- een antenne voor de ontvangst van radionavigatiesignalen afkomstig van satellieten.
- speciaal ontworpen voor de toepassing van anti-jamkenmerken (bv. een "null steering"-antenne of een elektronisch stuurbare antenne) in een context van actieve of passieve tegenmaatregelen.
- Positie van de antenne op het voertuig, specifieke voorwaarden voor installatie en/of gebruik
- Breedbandreferentiegrenzen voor het voertuig (Afstand tussen voertuig en antenne: 3 m)
- De plaats van de antenne moet in het testrapport worden vermeld.
- een antenne voor de ontvangst van radionavigatiesignalen afkomstig van satellieten, en