Betekenis van:
anus
anus (de ~ | meervoud anussen)
Zelfstandig naamwoord
- aars; anus; billen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
anus
Zelfstandig naamwoord
- de opening aan het eind van de endeldarm en aan het eind van het spijsverteringskanaal waardoor afvalstoffen het lichaam verlaten
Voorbeeldzinnen
- Gemeten van snuit tot anus.