Betekenis van:
anus

anus (de ~ | meervoud anussen)
Zelfstandig naamwoord
  • aars; anus; billen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

anus
Zelfstandig naamwoord
  • de opening aan het eind van de endeldarm en aan het eind van het spijsverteringskanaal waardoor afvalstoffen het lichaam verlaten

Voorbeeldzinnen

  1. Gemeten van snuit tot anus.