Betekenis van:
arrest

arrest
Zelfstandig naamwoord
  • een aanhouding
"De politieman zei: "Je staat onder arrest!"."
arrest (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • vorm van straf in het leger
"licht arrest"

Hyperoniemen

arrest (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • arrest; het in bezit of gebruik nemen; wegnemen van zaken door justitie; beslaglegging op geld of goederen
"De rechter legde arrest op het landgoed."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Arrest
  2. Arrest „R.
  3. Combus-arrest, punt 57.
  4. WestLB-arrest, punt 245.
  5. WestLB-arrest, punt 246.
  6. Zie bovengenoemd arrest-FFSA.
  7. Het Deggendorf-arrest
  8. arrest van de administratieve rechtbank
  9. CUMULERING EN HET DEGGENDORF-ARREST
  10. WestLB-arrest, punten 206 e.v.
  11. Toepasselijkheid van het Altmark-arrest
  12. Momenteel onder arrest in Rwanda.
  13. Zie bovengenoemd arrest-Philip Morris.
  14. Toepassing van het arrest-Altmark
  15. Zie arrest-Philip Morris, reeds aangehaald.