Betekenis van:
arriveren
arriveren
Werkwoord
- zijn bestemming bereiken
"arriveren (op het station/in de stad/voor de deur)"
"ook de voorzitter is inmiddels gearriveerd, we kunnen beginnen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
arriveren
Werkwoord
- de bestemming bereiken
"De stoet was bij het paleis gearriveerd."
Voorbeeldzinnen
- alle varkens binnen een periode van 20 dagen op het aangewezen bedrijf van bestemming arriveren;
- Onder bepaalde omstandigheden arriveren dieren die van verschillende bedrijven naar dezelfde zomerweiden in bergstreken worden verplaatst, daar pas na een periode van meer dan zeven dagen.
- Misschien waren de importeurs steeds minder bereid orders te plaatsen omdat de goederen dan zouden kunnen arriveren op een moment dat er wellicht al antidumpingmaatregelen waren ingesteld.