Betekenis van:
arriveren

arriveren
Werkwoord
  • zijn bestemming bereiken
"arriveren (op het station/in de stad/voor de deur)"
"ook de voorzitter is inmiddels gearriveerd, we kunnen beginnen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

arriveren
Werkwoord
  • de bestemming bereiken
"De stoet was bij het paleis gearriveerd."

Voorbeeldzinnen

  1. alle varkens binnen een periode van 20 dagen op het aangewezen bedrijf van bestemming arriveren;
  2. Onder bepaalde omstandigheden arriveren dieren die van verschillende bedrijven naar dezelfde zomerweiden in bergstreken worden verplaatst, daar pas na een periode van meer dan zeven dagen.
  3. Misschien waren de importeurs steeds minder bereid orders te plaatsen omdat de goederen dan zouden kunnen arriveren op een moment dat er wellicht al antidumpingmaatregelen waren ingesteld.