Betekenis van:
associëren

associëren
Werkwoord
  • biologisch verbinden
"met bomen geassocieerd zijn"

Hyperoniemen

Hyponiemen

associëren
Werkwoord
  • tot compagnon maken of nemen
" Het associëren bracht voor beide partijen voordeel bij."
associëren
Werkwoord
  • een betrekking leggen tussen twee begrippen
"Hij associeerde dat woord altijd met zijn slechte ervaringen als kind."

Voorbeeldzinnen

  1. We associëren zwart vaak met de dood.
  2. Transnationale regionale consortia mobiliseren en associëren onderzoeksactoren uit academische, industriële en overheidskringen om technologisch minder ontwikkelde regio's te begeleiden.