Betekenis van:
attest
attest
Zelfstandig naamwoord
- schriftelijk bewijs
"De sporter heeft een medisch attest voor het middel waarvan sporen werden aangetroffen bij de dopingcontrole."
attest (het ~ | meervoud attesten)
Zelfstandig naamwoord
- schriftelijk stuk waarin iets verklaard wordt
"een medisch attest"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- ATTEST
- Pre-fusie attest
- In het Deens Erstatningslicens/-attest (eller erstatningspartiallicens) for bortkommen licens/attest (eller partiallicens) — Oprindelig licens/attest (eller partiallicens) nr. …
- In het Deens Udførsel uden licens/attest
- bewaart een kopie van het attest opleiding veiligheid; en
- Stempel en handtekening van de instantie die het attest afgeeft.
- het nummer van het attest voor uitgebeend vlees,
- een kopie te bewaren van het attest opleiding veiligheid; en
- „attest voor uitgebeend vlees”: het in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde attest.
- = Attest van dienst als kapitein op schepen tussen 500 en 3000 t bruto.
- Zijn afwezigheid wordt als ongeoorloofd beschouwd vanaf de dertiende dag afwezigheid wegens ziekte zonder medisch attest.
- Op verzoek van de belanghebbende kunnen in ruil voor een reeds afgegeven attest deelattesten worden afgegeven.
- Vanaf de vierde dag van zijn afwezigheid dient hij een medisch attest over te leggen.
- Bij twijfel kunnen de lidstaten een medisch of psychologisch attest verlangen.
- In het attest moet evenwel vermeld worden dat de procedure aanhangig is gemaakt.