Betekenis van:
baarden
baard (de ~ | meervoud baarden)
Zelfstandig naamwoord
- haargroei op de kin; haar uit een baard
"een mop met een baard"
"een volle baard"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Pruiken, baarden, wenkbrauwen, ..., van haar van mensen/dieren, textiel, n.e.g.
- Pruiken, baarden, wenkbrauwen, wimpers, lokken en dergelijke artikelen van mensenhaar, van haar van dieren of van textielstoffen; artikelen van mensenhaar, elders genoemd noch elders onder begrepen