Betekenis van:
balans
balans (de ~ | meervoud balansen)
Zelfstandig naamwoord
- overzicht
"de balans opmaken"
"een geflatteerde balans"
Hyperoniemen
balans (de ~ | meervoud balansen)
Zelfstandig naamwoord
- weegschaal
Hyperoniemen
Hyponiemen
balans
Zelfstandig naamwoord
- evenwicht.
balans
Zelfstandig naamwoord
- een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
balans
Zelfstandig naamwoord
- een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar
Voorbeeldzinnen
- De muziek is in balans met de structuur van de film.
- Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.
- Balans
- Balans
- Balans [10]
- Boekhoudgegevens: balans
- de balans;
- Gewijzigde balans
- Balans [5]
- Balans (kwartaalstanden)
- PM-balans
- Balans [3]
- Balans [12]
- Tussentijdse balans
- de balans;