Betekenis van:
bamboe
bamboe
Zelfstandig naamwoord
- een reuzengrassoort dat afkomstig is uit Azië
"Bamboe is het voedsel van de reuzenpanda."
Voorbeeldzinnen
- Bamboe buigt zich in de wind.
- bamboe
- Bamboe
- van bamboe
- andere, van bamboe
- van bamboe of van rotting
- CPA 31.09.14: Meubelen van kunststof of van andere stoffen (teen, rotting en bamboe daaronder begrepen)
- meubelen van andere stoffen, daaronder begrepen teen, rotting, bamboe of dergelijke stoffen
- Sasa Veitchii Extract is een extract van de bladeren van bamboe, Sasa veitchii, Poaceae
- Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout, van bamboe
- Bamboevloeren zijn gemaakt van massieve stukken bamboe of van bamboeagglomeraten als hoofdcomponent.
- zitmeubelen van teen, van rotting, van bamboe of van dergelijke stoffen– en omgevormd
- Overige blijvende teelten (grienden en andere wilgenteelt, riet, bamboe, kerstbomen, enz.)”
- Bambusa Arundinacea Extract is een extract van de stengels van de bamboe, Bambusa arundinacea, Poaceae
- meubelen van andere stoffen, teen, rotting en bamboe daaronder begrepen– en omgevormd