Betekenis van:
bandeloos
bandeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder psychische remming
"bandeloze jeugd"
"een bandeloze troep"
Synoniemen
Hyperoniemen
bandeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder zich bekommeren om enige normen of regels
"Zijn bandeloos leven voerde hem naar de ondergang."