Betekenis van:
bankrekening

bankrekening (de ~ | meervoud bankrekeningen)
Zelfstandig naamwoord
  • rekening-courant bij een bank
"een bankrekening openen"
"een Zwitserse bankrekening"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bankrekening
Zelfstandig naamwoord
  • een rekening-courant bij een bank
"Zijn bankrekening was leeggemaakt door oplichters."

Voorbeeldzinnen

  1. Toegang tot een bankrekening
  2. Nummer van de bankrekening waarop de subsidie gestort moet worden:
  3. Geen enkele bankrekening mag een nadelig saldo vertonen.
  4. De bankrekening wordt uiterlijk op 31 december 2011 afgesloten.”.
  5. Ook hier was een meerderheid niet bereid van een bankrekening naar een postrekening over te stappen.
  6. De belasting moet worden overgemaakt naar een door de lidstaat van identificatie opgegeven bankrekening in euro.
  7. het nummer van de bankrekening waarop het betrokken bedrag moet worden overgemaakt.
  8. Die laatste werkzaamheden worden middels een aparte bankrekening uitgevoerd, te weten „Interes Narodowy”.
  9. Deze bijdrage wordt uitgedrukt in EUR en betaald op een EUR-bankrekening.
  10. Code: 02 Via kredietkaart 03 Inning via de bankrekening van de eiser door het gerecht
  11. Die laatste werkzaamheden worden middels een aparte bankrekening uitgevoerd, te weten „Interes Narodowy”.
  12. Alle betalingen van reiskosten, dagvergoedingen en/of verblijfskosten moeten naar dezelfde bankrekening worden overgemaakt.
  13. de voorwaarden inzake het gebruik van een afzonderlijke bankrekening en de behandeling van de voortgebrachte rente;
  14. Aldus beschikten in 2005 meer dan 28 miljoen rechtspersonen of natuurlijke personen uitsluitend over een bankrekening, meer dan 3 miljoen personen zowel over een bankrekening als over een postrekening en minder dan 2,3 miljoen personen alleen over een postrekening.
  15. In 2001 heeft PI de „Conto BancoPosta” ingevoerd, een postbankrekening die vergelijkbaar is met een gewone bankrekening.