Betekenis van:
bedienen
bedienen
Werkwoord
- van de aanwezige spijzen een deel gebruiken
"zich van [koffie/broodjes] bedienen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
bedienen
Werkwoord
- gebruiken, gebruikmaken van
"zich rijkelijk van iets bedienen"
"zich van [leugens/grove taal] bedienen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
bedienen
Werkwoord
- eten en of drinken brengen in een horecagelegenheid
Voorbeeldzinnen
- Een terugwinningsapparaat kunnen bedienen.
- Machines die vaste stopplaatsen bedienen
- de radiotelefoon te bedienen; en
- MACHINES DIE VASTE STOPPLAATSEN BEDIENEN
- Zo nodig gasdichte boorsystemen kunnen bedienen.
- Met twee handen te bedienen bedieningsorganen.
- in uitzonderlijke gevallen, om zich daarvan als fokdieren te bedienen;
- Met één hand te bedienen snoeischaren en wildscharen
- Apparatuur voor het terugwinnen van SF6 kunnen bedienen.
- met een hand te bedienen snoeischaren en wildscharen
- Heggenscharen en andere met twee handen te bedienen scharen
- tot de volgende bestemming de machinekamer veilig te bedienen;
- Heggenscharen en andere met twee handen te bedienen scharen
- de specifieke uitrusting die hij zal gebruiken of bedienen, en
- Met één hand te bedienen snoeischaren en wildscharen