Betekenis van:
beest

beest (het ~ | meervoud beesten)
Zelfstandig naamwoord
  • niet tot de planten behorend levend wezen dat begaafd is met gevoel en willekeurige beweging
"wilde beesten"
"(het is) bij de (wilde) beesten af"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

beest (het ~ | meervoud beesten)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die wreed van aard is
"de beest spelen"
"als een beest"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

beest
Zelfstandig naamwoord
  • dier, gebruikt om het aardse, niet menselijke van een dier te benadrukken
beest
Zelfstandig naamwoord
  • benaming voor een mens als men wild en dierlijk gedrag wil aangeven, positief en negatief gebruikt; '' wat een beest''

Voorbeeldzinnen

  1. 't Is het beest in mij dat ernaar verlangt.
  2. Muziek heeft de charme om een wild beest te kalmeren.