Betekenis van:
beginneling

beginneling
Zelfstandig naamwoord
  • een beginner, een nieuweling bij iets
"Hij is nog een beginneling."
beginneling (de ~ | meervoud beginnelingen)
Zelfstandig naamwoord
  • beginner, nieuweling in een of ander vak

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zij is een beginneling.
  2. Hij is een beginneling.