Betekenis van:
beheersen

beheersen
Werkwoord
  • volledig verstaan
"De student beheerst de leerstof."
beheersen
Werkwoord
  • meester zijn over, het gezag uitoefenen over
beheersen
Bijvoeglijk naamwoord
  • beheersen; kennis of een vaardigheid hebben
"een techniek beheersen"
"een taal beheersen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Engels beheersen is moeilijk.
  2. Bob kon zijn woede niet beheersen.
  3. Het is best moeilijk om Frans in 2 of 3 jaar te beheersen.
  4. Het beheersen van mensenmassa's
  5. ontruimingsprocedures, met inbegrip van technieken voor het beheersen van mensenmenigten;
  6. ontruimingsprocedures, met inbegrip van technieken voor het beheersen van mensenmenigten;
  7. De EU-producenten konden hun kosten beheersen en zelfs beperken.
  8. Daarnaast moet het mogelijk zijn het voertuig te beheersen zonder abnormale stuurcorrectie.
  9. De verplichte braaklegging van bouwland had oorspronkelijk tot doel het aanbod te beheersen.
  10. onderbouwing van het geplande consolidatieproces met concrete maatregelen om de uitgaven te beheersen;
  11. Een baseline of een pakket van basiseisen is dus het uitgangspunt voor het beheersen van systeemevolutie.
  12. Medewerkers van een Sirenebureau dienen zo veel mogelijk talen te beheersen. Dienstdoend personeel dient te kunnen communiceren met alle Sirenebureaus.
  13. Om alle opdrachten en taken volledig te kunnen beheersen, wordt de EUMS georganiseerd volgens het schema in aanhangsel A.
  14. Wat de watervervuiling betreft, zijn de investeringen onmisbaar om het uitstromen van vervuild water uit verlaten mijnen te beheersen.
  15. Om alle opdrachten en taken volledig te kunnen beheersen, wordt de EUMS georganiseerd volgens het bijgaande schema.