Betekenis van:
beheren
beheren
Werkwoord
- beheer voeren; taak hebben
"een concertzaal/schouwburg beheren"
"de financiën beheren"
Synoniemen
Hyperoniemen
beheren
Werkwoord
- het beheer hebben over iets
"Wij zoeken iemand die voor ons de website wil beheren."
beheren
Werkwoord
- iets leiden, besturen
"Wie is deze winkel momenteel aan het beheren?"
beheren
Werkwoord
- leiding geven; leiden; leiden
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Hij kan zijn eigen familie niet beheren, laat staan een natie!
- de landbouwmarkten te beheren;
- alle technische documenten beheren,
- defensie-O&T-contracten te beheren;
- oprichten en beheren van het MIC;
- het beheren van overgangen tussen STM's.
- het beheren van de output van STM's.
- de treinen in real-time te beheren;
- Het beheren van de output van STM's.
- oprichten en beheren van het CECIS;
- Klantendienst waarmee de gebruiker symboolbibliotheken kan selecteren en beheren.
- een beheersautoriteit om het operationele programma te beheren;
- het nationale informatiesysteem overeenkomstig artikel 10 opzetten en beheren;
- het beheren van persoonlijke beleggingsportefeuilles van financiële instrumenten.
- Transmissiesysteembeheerders moeten hun netwerken volgens deze netcodes beheren.