Betekenis van:
bekendheid

bekendheid (de ~ | meervoud bekendheden)
Zelfstandig naamwoord
  • een vermaard persoon
"vandaag krijgt ons land bezoek van een internationaal vermaarde popster. Hij is een bekendheid."

Hyperoniemen

Hyponiemen

bekendheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bekend met iets
"enige bekendheid met iets"

Hyperoniemen

bekendheid
Zelfstandig naamwoord
  • het bekend zijn bij velen
"Hij verwierf hierdoor grote bekendheid."
bekendheid
Zelfstandig naamwoord
  • het bekend zijn met iets
"Zijn bekendheid met deze materie is een groot voordeel voor onze vereniging."

Voorbeeldzinnen

  1. Reputatie/bekendheid (*) …
  2. Initiatieven om bekendheid te geven aan de projecten (specificeren):
  3. bekendheid geven aan het programma en het promoten;
  4. bekendheid met het spoorwegbedrijf in het algemeen en veiligheidskritieke activiteiten in het bijzonder:
  5. de kwalificaties van de piloot en diens bekendheid met het luchtvaartterrein;
  6. de kwalificaties van de piloot en diens bekendheid met het luchtvaartterrein;
  7. Aan het logo dient bekendheid te worden gegeven via communicatie- en voorlichtingscampagnes.
  8. De betrokken lidstaat geeft informatie over en bekendheid aan de gefinancierde acties.
  9. De problemen kwamen door onvoldoende bekendheid met de voorwaarden van de regeling.
  10. Indien mogelijk moet bekendheid worden gegeven aan de financiële steun van de Gemeenschap.
  11. In het bijzonder dient aan optimale voorbeelden uit de praktijk bekendheid te worden gegeven.
  12. de voorschriften die ervoor moeten zorgen dat aan het meerjarenprogramma bekendheid wordt gegeven.
  13. Maatregelen om ervoor te zorgen dat bekendheid aan het programma wordt gegeven
  14. De lidstaat geeft informatie over en bekendheid aan de gefinancierde acties.
  15. de T2S-bekendheid in alle geledingen van nationale effectengemeenschap te verhogen;