Betekenis van:
bekoren

bekoren
Werkwoord
  • aantrekkingskracht uitoefenen
"De gele auto kon hem niet bekoren."
bekoren
Werkwoord
  • een gunstige indruk maken; aantrekkelijk zijn voor; aantrekkingskracht uitoefenen; aantrekkingskracht hebben
"iemand matig kunnen bekoren"
"het publiek bekoren met je stem"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen