Betekenis van:
belegen

belegen
Bijvoeglijk naamwoord
  • gerijpt
"belegen kaas"
"licht/extra belegen (kaas)"

Hyperoniemen

belegen
Bijvoeglijk naamwoord
  • geruime tijd in een pekelbad behandeld
"Deze kaas is belegen te noemen."

Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb liever belegen kaas.