Betekenis van:
bemanning
bemanning (de ~ | meervoud bemanningen)
Zelfstandig naamwoord
- bemanning; crew
"de bemanning van de drie Nederlandse schepen"
"de [vier]-koppige bemanning"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bemanning
Zelfstandig naamwoord
- de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten
Voorbeeldzinnen
- Moderne schepen hebben maar een kleine bemanning nodig.
- De bemanning bereide zich voor op de reis naar de ruimte.
- De bemanning is hard bezig met de voorbereidingen voor de ruimtereis.
- bemanning.
- bemanning
- Met bemanning
- Zonder bemanning
- reguliere bemanning;
- Vergunning bemanning
- samenstelling van de bemanning;
- het als bemanning samenwerken,
- Massa van de bemanning
- samenstelling van de bemanning;
- Vergunning van de bemanning …
- samenwerking binnen de bemanning: