Betekenis van:
benzinepomp

benzinepomp (de ~ | meervoud benzinepompen)
Zelfstandig naamwoord
  • pomp voor benzine
"Op het kleine tankstation stonden twee ouderwetse benzinepompen"

Hyperoniemen

benzinepomp (de ~ | meervoud benzinepompen)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats om brandstof te tanken; plaats waar brandstof verkocht wordt; station om te tanken; benzinestation; plaats om brandstof te tanken
"Op de terugweg stopten ze bij de benzinepomp om een pakje sigarettren te halen."

Synoniemen

Hyperoniemen

benzinepomp
Zelfstandig naamwoord
  • installatie bedoeld voor de verkoop van afgemeten hoeveelheden benzine

Voorbeeldzinnen

  1. Met inachtneming van punt 5.1.3.2 is de vulopening van de benzinetank zodanig ontworpen dat de tank niet kan worden gevuld uit een benzinepomp waarvan de slang is voorzien van een mondstuk met een buitendiameter van 23,6 mm of meer.
  2. Met inachtneming van punt 5.1.3.2 is de vulopening van de benzinetank zodanig ontworpen dat de tank niet kan worden gevuld uit een benzinepomp waarvan de slang is voorzien van een mondstuk met een buitendiameter van 23,6 mm of meer.