Betekenis van:
bereid
bereid
Bijvoeglijk naamwoord
- genegen; bereid
"zich bereid verklaren ('tot iets'/'om iets te doen')"
"tot iets bereid zijn"
Synoniemen
bereid
Bijvoeglijk naamwoord
- akkoord gaand, instemmend: ''bereid tot actie''
"Ben je bereid om vandaag over te werken?"
bereid
Bijvoeglijk naamwoord
- klaargemaakt, van voedsel
"De viering werd afgesloten met een door de oudercommissie bereide maaltijd."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Als je vrede wilt, bereid gerechtigheid voor
- Als je vrede wilt, bereid je voor op oorlog" (door Vegetius in Epitoma rei militaris verwoord als "Qui desiderat pacem, bellum praeparat
- Bereid
- niet bereid
- niet bereid–– :
- Bereid een oplossing die:
- Bereid vlees van kalkoenen
- wordt bereid zonder verrijking;
- Aardappelen, bereid of verduurzaamd
- bereid of verduurzaamd
- volgens bijzondere methoden zijn bereid;
- Bereid voeder voor gezelschapsdieren (zoogdieren)
- Bereid het fixatief (aanhangsel 7).
- In het laboratorium bereid voeder.
- Alleen Helaba was daartoe bereid.