Betekenis van:
berg
berg (de ~ | meervoud bergen)
Zelfstandig naamwoord
- grote heuvel
"bergen verzetten"
"een vuurspuwende berg"
Hyperoniemen
Hyponiemen
berg
Zelfstandig naamwoord
- een grote hoeveelheid
"Een berg geld."
berg
Zelfstandig naamwoord
- een substantiële verhoging in het landschap
berg
Zelfstandig naamwoord
- zijn voorkeur bepalen voor (een of meer uit een aantal personen of zaken)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Bekijk deze hoge berg.
- Ik ga naar de berg.
- We beklommen de steile berg.
- Hoe hoog is die berg?
- Er ligt sneeuw op de berg.
- Hij heeft de berg Fuji beklommen.
- Wat is de hoogste berg van Europa?
- Ik ga de berg Kitadake beklimmen.
- De berg is bedekt met sneeuw.
- De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau.
- De top van de berg is bedekt met sneeuw.
- Ze waren te moe om een berg te beklimmen.
- Deze berg is het hele jaar door bedekt met sneeuw.
- Wat is de hoogste berg van Noord-Amerika?
- Deze berg is het hele jaar door bedekt met sneeuw.