Betekenis van:
beschuit
beschuit
Zelfstandig naamwoord
- een licht, tweemaal gebakken baksel van tarwe
"Hoe vaak eet jij een beschuitje?"
Voorbeeldzinnen
- beschuit
- beschuit––
- beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten
- Brood-, beschuit-, banket-, koek- en biscuitfabrieken
- Beschuit, biscuit en ander houdbaar banketbakkerswerk
- beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten:
- Beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten
- Vervaardiging van beschuit en biscuit en van ander houdbaar banketbakkerswerk
- NACE 10.72: Vervaardiging van beschuit en biscuit en van ander houdbaar banketbakkerswerk
- beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten:– niet meer dan 85 g
- CPA 10.72.11: Bros gebakken brood, zogenaamd knäckebröd; beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten
- NACE 15.82: Vervaardiging van beschuit, koekjes, enzovoort, en van ander houdbaar banketbakkerswerk
- beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten:– elen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel