Betekenis van:
beslag
beslag
Zelfstandig naamwoord
- een confiscatie
"De televisie wordt in beslag genomen."
beslag
Zelfstandig naamwoord
- vloeibaar deeg
"Oma heeft weer beslag gemaakt voor oliebollen."
beslag
Zelfstandig naamwoord
- kleine metalen elementen zoals krukken, knoppen, schilden, rozetten, sleutelgatplaatjes op deur of raam
"Het beslag werd als een stelpost in de begroting opgenomen."
beslag (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- arrest; het in bezit of gebruik nemen; wegnemen van zaken door justitie; beslaglegging op geld of goederen
"beslag aanzeggen"
"in beslag nemen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
beslag
Zelfstandig naamwoord
- dichte vloering van rijshout, riet enz. waarmee een oever is bekleed
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Facebook neemt veel van m'n tijd in beslag.
- Scharnieren, bevestigingsmateriaal en beslag
- Beslag door stimuleringsactiviteiten
- Beslag basisvermogen (= a/c)
- Opmerkingen bij beslag (facultatief) …
- Vergelijking crediteurenakkoord/fiscaal beslag
- conservatoir beslag op het vaartuig;
- conservatoir beslag op het vaartuig.
- Beslag totaal eigen vermogen (= b/d)
- beslag voor meubelen, carrosserieën en dergelijke
- Beslag eigen vermogen WestLB (= a/c)
- andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen
- I In beslag genomen of verbeurdverklaarde specimens
- Door middel van beslag verkregen bedrag …
- Garnituren, beslag, ..., voor auto's, van onedel metaal, n.e.g.