Betekenis van:
beslissen
beslissen
Werkwoord
- vaststellen wat er gedaan moet worden
"over [een zaak] beslissen"
"de rechter beslist"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
beslissen
Werkwoord
- vaststellen wat er gaat gebeuren
beslissen
Werkwoord
- het verschil uitmaken
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
- Maar hoe ga je beslissen wat belangrijk is en wat niet?
- Beslissen
- De EVA-staten beslissen zo spoedig mogelijk.
- De nietigheidsafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden.
- Tenzij de delegaties anders beslissen, zijn de notulen openbaar toegankelijk.
- beslissen over het financiële T2S-basisregime, met name:
- Zij kan beslissen om zitting te houden met 3 rechters.
- De oppositieafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden.
- De bevoegde autoriteiten beslissen over de te nemen maatregelen.
- Het Agentschap kan evenwel zelf beslissen de periode tot één jaar te verlengen.
- De nationale autoriteiten beslissen binnen welke nationale autoriteit het RAPEX-contactpunt moet worden ingesteld.
- De lidstaten mogen beslissen welke optie van toepassing is voor op hun grondgebied bereide producten.
- De bevoegde autoriteiten in de lidstaten dienen te kunnen beslissen over de bemonsteringsintensiteit.
- De kamer of kamers van beroep beslissen op beroepen tegen de in artikel 44 genoemde besluiten.