Betekenis van:
besmet

besmet
Bijvoeglijk naamwoord
  • aangestoken
"radioactief besmet afval"
"besmet met [het HIV-virus]"

Synoniemen

Hyperoniemen

besmet
Bijvoeglijk naamwoord
  • blootgesteld aan een ziektekiem of radioactief materiaal
"De met H1N1 besmette studenten kregen te horen dat ze beter maar thuis konden blijven, omdat ze anders iedereen zouden aansteken."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Een virus heeft Toms computer besmet.
  2. Besmet
  3. Besmet.
  4. Besmet gebied
  5. monster besmet met
  6. monster niet besmet met
  7. monster niet besmet met
  8. blootstelling aan besmet voedsel.
  9. monster besmet met
  10. monster niet besmet met
  11. monster niet besmet met
  12. monster besmet met
  13. monster niet besmet met
  14. Met paardenpest besmet gebied:
  15. blootstelling aan besmet voedsel/drinkwater;