Betekenis van:
besmet
besmet
Bijvoeglijk naamwoord
- aangestoken
"radioactief besmet afval"
"besmet met [het HIV-virus]"
Synoniemen
Hyperoniemen
besmet
Bijvoeglijk naamwoord
- blootgesteld aan een ziektekiem of radioactief materiaal
"De met H1N1 besmette studenten kregen te horen dat ze beter maar thuis konden blijven, omdat ze anders iedereen zouden aansteken."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Een virus heeft Toms computer besmet.
- Besmet
- Besmet.
- Besmet gebied
- monster besmet met
- monster niet besmet met
- monster niet besmet met
- blootstelling aan besmet voedsel.
- monster besmet met
- monster niet besmet met
- monster niet besmet met
- monster besmet met
- monster niet besmet met
- Met paardenpest besmet gebied:
- blootstelling aan besmet voedsel/drinkwater;