Betekenis van:
bespreken
bespreken
Werkwoord
- onderwerp voorstellen voor publiek
"de maatschappelijke effecten van een verschijnsel bespreken"
"een bepaalde kwestie voor een publiek van tandartsen bespreken"
Hyperoniemen
bespreken
Werkwoord
- een gesprek over een bepaald onderwerp voeren
"Zij bespraken de groeiende spanning rond Iran."
bespreken
Werkwoord
- beoordelen, recenseren
"een film/concert/boek bespreken"
Synoniemen
Hyperoniemen
bespreken
Werkwoord
- tevoren voor zich bedingen
"een tafel bespreken"
"een plaats bespreken"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ze bespreken het probleem.
- Laten we dat probleem later bespreken.
- Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
- Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
- Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.
- Tot slot bespreken de Nederlandse autoriteiten hun specifieke rechtssituatie.
- het bespreken en goedkeuren van de statistieken betreffende overheidsfinanciën (SBO), de GFG en de gebruikershandboeken;
- De subcomités bespreken hun onderwerpen op basis van de in punt 7 aangegeven indeling in werkterreinen.
- Het comité kan elke kwestie bespreken die betrekking heeft op de uitvoering van deze richtlijn.
- Geregelde vergaderingen met het bedrijfsleven en brancheorganisaties om aan de orde zijnde vraagstukken te bespreken
- U kunt ook met ervaren collega's de aannemelijkheid van het risiconiveau bespreken.
- De bevoegde commissie kan de Commissie en de Raad verzoeken de zaak met haar te bespreken.
- De ECB kan alle aspecten van de opdracht met de geselecteerde gegadigden bespreken.
- Eventueel wordt een bijeenkomst van EU-deskundigen georganiseerd om de brochure te bespreken en te voltooien.
- Tijdens deze dialoog kunnen zij met de geselecteerde gegadigden alle aspecten van de opdracht bespreken.