Betekenis van:
besturen
besturen
Werkwoord
- leiding geven; leiden; leiden
"het land besturen"
"een vereniging besturen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
besturen
Werkwoord
- zorgen dat [een toestel] de gewenste taken uitvoert
"Hij bestuurt de lift via een afstandsbediening."
besturen
Werkwoord
- het vervullen van regeringstaken over een gebied of organisatie
bestuur (het ~ | meervoud besturen)
Zelfstandig naamwoord
- wijze waarop geregeerd wordt
"maatregelen van bestuur"
"bestuur uitoefenen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
- Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
- het besturen van treinen
- Kennis en begrip van besturen en examineren:
- Verbod om bepaalde voertuigen te besturen
- Lessen in het besturen van motorvoertuigen
- Besturen en begeleiden van een trein
- De plaatselijke besturen worden daarvan in kennis gesteld.
- SPECIFIEKE VEREISTEN TEN AANZIEN VAN HET BESTUREN VAN EEN TREIN
- Diensten die havens besturen overeenkomstig de wet „Likumu par ostām”:
- Het hoofdbestuur stelt de plaatselijke besturen daarvan in kennis.
- Een voertuig besturen onder invloed van alcohol of verdovende middelen
- Specifieke vereisten voor het besturen van een trein
- Versterking van de lokale besturen door een hervorming van het centrale bestuur, waarbij bevoegdheden worden overgeheveld naar de lokale besturen en hun passende middelen ter beschikking worden gesteld.
- rijden met het voertuig (het voertuig besturen, deelnemen aan het verkeer en een bestemming bereiken).