Betekenis van:
besturen

besturen
Werkwoord
  • leiding geven; leiden; leiden
"het land besturen"
"een vereniging besturen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

besturen
Werkwoord
  • (een voer- of vaartuig) de gewenste richting doen volgen
"een hijskraan besturen"
"een fiets/auto/tram besturen"

Synoniemen

Hyperoniemen

besturen
Werkwoord
  • zorgen dat [een toestel] de gewenste taken uitvoert
"Hij bestuurt de lift via een afstandsbediening."
besturen
Werkwoord
  • het vervullen van regeringstaken over een gebied of organisatie
besturen
Werkwoord
  • gegevens noteren

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bestuur (het ~ | meervoud besturen)
Zelfstandig naamwoord
  • wijze waarop geregeerd wordt
"maatregelen van bestuur"
"bestuur uitoefenen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
  2. Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
  3. het besturen van treinen
  4. Kennis en begrip van besturen en examineren:
  5. Verbod om bepaalde voertuigen te besturen
  6. Lessen in het besturen van motorvoertuigen
  7. Besturen en begeleiden van een trein
  8. De plaatselijke besturen worden daarvan in kennis gesteld.
  9. SPECIFIEKE VEREISTEN TEN AANZIEN VAN HET BESTUREN VAN EEN TREIN
  10. Diensten die havens besturen overeenkomstig de wet „Likumu par ostām”:
  11. Het hoofdbestuur stelt de plaatselijke besturen daarvan in kennis.
  12. Een voertuig besturen onder invloed van alcohol of verdovende middelen
  13. Specifieke vereisten voor het besturen van een trein
  14. Versterking van de lokale besturen door een hervorming van het centrale bestuur, waarbij bevoegdheden worden overgeheveld naar de lokale besturen en hun passende middelen ter beschikking worden gesteld.
  15. rijden met het voertuig (het voertuig besturen, deelnemen aan het verkeer en een bestemming bereiken).