Betekenis van:
betamelijk
betamelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- fatsoenlijk.
"Hij gaf mij een betamelijk antwoord."
betamelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- zich gedragend volgens de goede manieren
Synoniemen
betamelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- gepast; behoorlijk; fatsoenlijk