Betekenis van:
betoging

betoging (de ~ | meervoud betogingen)
Zelfstandig naamwoord
  • openbare actie als meningsuiting; demonstratie
"een betoging tegen/voor [iets]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

betoging
Zelfstandig naamwoord
  • een samenkomst van velen, meestal op straat, met als doel een protest te laten horen

Voorbeeldzinnen

  1. Derhalve heeft de Raad op 22 november 2004 besloten dat toelatingsrestricties moeten worden opgelegd aan de functionarissen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum en aan personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging.
  2. verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum op 17 oktober 2004 in Belarus, alsook van de personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum in Belarus; de lijst van deze personen staat in bijlage II;
  3. voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum op 17 oktober 2004 in Belarus, alsook van de personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum in Belarus; de lijst van deze personen staat in bijlage II.”;
  4. Niets in dit kaderbesluit kan zo worden uitgelegd dat het een beperking of belemmering ten doel zou hebben van de nationale regelgeving inzake rechten of fundamentele vrijheden, zoals eerlijke rechtsbedeling, het stakingsrecht, de vrijheid van vergadering, vereniging, drukpers of meningsuiting, waaronder het recht om, voor de verdediging van zijn belangen, tezamen met anderen vakbonden op te richten dan wel zich daarbij aan te sluiten, en het daarmee samenhangende recht van betoging.
  5. De werkingssfeer van de bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/661/GBVB opgelegde beperkende maatregelen dient bijgevolg te worden uitgebreid tot de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum die op 17 oktober 2004 in Belarus hebben plaatsgevonden, alsook tot de personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum in Belarus.
  6. De Raad heeft op 13 december 2004 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/848/GBVB tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/661/GBVB [2] aangenomen, teneinde de werkingssfeer van de beperkende maatregelen uit te breiden tot de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum die op 17 oktober 2004 in Belarus hebben plaatsgevonden, alsook tot de personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum in Belarus.
  7. De beperkende maatregelen tegen de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum op 17 oktober 2004 in Belarus en tegen personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum, dienen opnieuw te worden bezien in het licht van hervormingen in de kieswet die erop gericht zijn deze in overeenstemming te brengen met de OVSE-richtsnoeren en andere internationale normen voor democratische verkiezingen, zoals aanbevolen door de OVSE/het ODIHR, alsook in het licht van concrete maatregelen van de autoriteiten om de mensenrechten met betrekking tot vreedzame betogingen te eerbiedigen.
  8. De beperkende maatregelen tegen de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het frauduleuze verloop van de verkiezingen en het referendum op 17 oktober 2004 in Belarus en tegen personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen tijdens de onderdrukking van een vreedzame betoging in de nasleep van de verkiezingen en het referendum, dienen opnieuw te worden bezien in het licht van hervormingen in de kieswet die erop gericht zijn deze in overeenstemming te brengen met de OVSE-richtsnoeren en andere internationale normen voor democratische verkiezingen, zoals aanbevolen door de OVSE/het ODIHR, alsook in het licht van concrete maatregelen van de autoriteiten om de mensenrechten met betrekking tot vreedzame betogingen te eerbiedigen,