Betekenis van:
bevorderlijk
bevorderlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- de eigenschap bezittend iets te bevorderen
"Die maatregel is niet erg bevorderlijk voor de werkgelegenheid."
Voorbeeldzinnen
- bevorderlijk zijn voor het Europees algemeen belang.
- Indien een mutatie bevorderlijk is voor overleving in het milieu, kan de mutante stam dominant worden;
- Beginnen met de ontwikkeling van beleid dat bevorderlijk is voor onderzoek.
- Dit zou bevorderlijk zijn geweest voor de productie in de Gemeenschap, die toenam.
- Richtsnoer 22: Zorgen voor arbeidskostenontwikkelingen en regelingen voor loonvaststelling die bevorderlijk zijn voor de werkgelegenheid, door:
- De sterke economische groei zou nochtans bevorderlijk moeten zijn voor het uitvoeren van hervormingen.
- De geringe omvang van de markt is nauwelijks bevorderlijk voor vergunningsaanvragen of inschrijvingen op aanbestedingen.
- Richtsnoer 22: Zorgen voor arbeidskostenontwikkelingen en regelingen voor loonvaststelling die bevorderlijk zijn voor de werkgelegenheid.
- Zie ook geïntegreerd richtsnoer nr. 22 „Zorgen voor arbeidskostenontwikkelingen en regelingen voor loonvaststelling die bevorderlijk zijn voor de werkgelegenheid”.
- Het zal positieve gevolgen hebben voor het beleid en bevorderlijk zijn voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.
- Loonontwikkelingen kunnen bijdragen tot een stabiel macro-economisch klimaat en een beleidsmix die bevorderlijk is voor werkgelegenheid.
- het richt tot de instellingen elke aanbeveling die bevorderlijk kan worden geacht voor de goede werking van het Bureau.
- De verkoop van de bank aan het consortium wordt echter als bevorderlijk voor het herstructureringsproces beschouwd (zie boven).
- Een monetair beleid voeren dat bevorderlijk is voor de prijsstabiliteit, teneinde de inflatieverwachting te verminderen en te consolideren.
- Een goede sociale interactie met de mens is bevorderlijk voor een temperament dat de uitvoering van studies achteraf vergemakkelijkt.