Betekenis van:
beweging
beweging (de ~ | meervoud bewegingen)
Zelfstandig naamwoord
- het bewegen, zich verplaatsen
"een beweging [maken/uitvoeren]"
"peristaltische bewegingen"
Hyperoniemen
beweging (de ~ | meervoud bewegingen)
Zelfstandig naamwoord
- organisatie
"de Vlaamse Beweging"
"de beweging van Tachtig"
Hyperoniemen
Hyponiemen
beweging
Zelfstandig naamwoord
- in de staat verkeren waarin de locatie steeds veranderd
beweging
Zelfstandig naamwoord
- van plaats/positie veranderen
beweging
Zelfstandig naamwoord
- een organisatie
beweging
Zelfstandig naamwoord
- proces van fermentatie
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.
- Open nooit de deur van een voertuig in beweging.
- Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.
- CIRKELVORMIGE BEWEGING
- Beweging „Dadis Doit Rester”
- richting van de beweging, inkomend of uitgaand;
- Visuele controle van de vrije beweging.
- De zijwaartse beweging bij instabiele beweging treedt op over verscheidene cycli en is sterk afhankelijk van:
- Vrije beweging: waarborgen dat het remwerk goed gangbaar is.
- .1 moet voor horizontale of verticale beweging zijn ingericht;
- „migratie”: de beweging van CO2 binnen het opslagcomplex;
- bij een kantelende beweging van een dakpaneel: de maximale hoekopening.
- Te veel beweging tussen asstomp en starre as.
- Relatieve beweging tussen stuurwiel en stuurkolom die wijst op speling.
- Visuele controle van de beweging van de overbrengingen.