Betekenis van:
bezeren

bezeren
Werkwoord
  • ''zich ~'': zich pijn doen
"Bij die val heb ik mijn been behoorlijk bezeerd."

Voorbeeldzinnen

  1. Het is raadzaam de buitenkant van doorzichtige wanden te beschilderen of te bedekken om te voorkomen dat de dieren zich al springend bezeren.