Betekenis van:
bezoeker

bezoeker (de ~ | meervoud bezoekers)
Zelfstandig naamwoord
  • gast
"bezoekers ontvangen"

Hyperoniemen

bezoeker
Zelfstandig naamwoord
  • een persoon die iemand of iets bezoekt
"De nieuwe website heeft gemiddeld 1400 bezoeker per maand."

Voorbeeldzinnen

  1. Προσωρινή άδεια παραμονής (απασχόληση, επισκέπτης, φοιτητής) tijdelijke verblijfstitel (tewerkstelling, bezoeker, student)
  2. Deskundigen en gedetacheerde deskundigen hebben de status van „bezoeker” van het Satellietcentrum.
  3. Deskundigen, bursalen en stagiairs hebben de status van „bezoeker” van het Instituut.
  4. Gedetacheerde deskundigen van derde landen hebben de status van „bezoeker” van het Satellietcentrum.