Betekenis van:
bezonnen

bezonnen
Bijvoeglijk naamwoord
  • bedachtzaam; heel bewust; weloverwogen
"een bezonnen houding/reactie"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het zou niet redelijk zijn om van voorzichtige en bezonnen ondernemers te verwachten dat zij zich zouden afvragen of de maatregel wel verenigbaar was met de regels voor staatssteun.
  2. Wanneer echter een voorzichtig en bezonnen handelaar de vaststelling van een voor zijn belangen nadelige communautaire maatregel kan voorzien, kan hij zich niet op dit beginsel beroepen wanneer die maatregel wordt vastgesteld.”
  3. Wanneer echter een voorzichtig en bezonnen handelaar de vaststelling van een voor zijn belangen nadelige communautaire maatregel kan voorzien, kan hij zich niet op dit beginsel beroepen wanneer die maatregel wordt vastgesteld.”.
  4. „Wanneer echter een voorzichtig en bezonnen handelaar de vaststelling van een voor zijn belangen nadelige maatregel kan voorzien, kan hij zich niet op dit beginsel beroepen wanneer die maatregel wordt vastgesteld [122].”
  5. Ten aanzien van een maatregel die a) in belangrijke mate werd gewijzigd en b) in de tijd werd verlengd, had een bezonnen begunstigde onderneming zich ervan moeten vergewissen dat de steun rechtmatig was.
  6. Zij haalt ook het arrest van het Hof in de zaak Van den Bergh & Jürgens aan [23], waarin de volgende test werd toegepast om te bepalen of een verwachting gegrond is: „Wanneer echter een voorzichtig en bezonnen handelaar de vaststelling van een voor zijn belangen nadelige communautaire maatregel kan voorzien, kan hij zich niet op dit beginsel beroepen wanneer die maatregel wordt vastgesteld.”.
  7. Wanneer, volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie, een voorzichtig en bezonnen handelaar de vaststelling van een voor zijn belangen nadelige communautaire maatregel kan voorzien, kan hij zich niet op het beginsel van bescherming van het gewettigde vertrouwen beroepen wanneer die maatregel wordt vastgesteld [44].
  8. Gelet op de overeenkomsten tussen de regeling inzake vrijgestelde vennootschappen en de regeling inzake gekwalificeerde vennootschappen is het moeilijk te begrijpen hoe een voorzichtig en bezonnen handelaar zou kunnen hebben voorzien dat op deze twee regelingen verschillende procedures voor staatssteun van toepassing zouden kunnen zijn.
  9. Het is derhalve redelijk om aan te nemen dat een voorzichtig en bezonnen ondernemer, handelend in goed vertrouwen, gegronde redenen had om ervan te mogen uitgaan dat hij, door te kiezen voor de minder gunstige regeling inzake gekwalificeerde vennootschappen in plaats van voor de onbetwist rechtmatige (in staatssteunbewoordingen, bestaande) regeling inzake vrijgestelde vennootschappen, eveneens gebruik zou maken van een regeling waarvan de rechtmatigheid niet ter discussie stond.
  10. In weerwil van het beginsel volgens hetwelk marktdeelnemers zich in het algemeen niet kunnen beroepen op rechtmatige verwachtingen ten aanzien van onrechtmatige staatssteun, stelt de Commissie niettemin dat in het onderhavige geval een voorzichtige en bezonnen marktdeelnemer tot op het moment van de bekendmaking op 11 november 2005 redelijkerwijs kon menen dat de betrokken staatssteun nog steeds een bestaande steunregeling was en dus niet een nieuwe steunregeling was geworden.