Betekenis van:
biezen

biezen
Bijvoeglijk naamwoord
  • van bies
"biezen matten"
"een biezen zitting"
biezen
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervaardigd van de halmen van een bies, zoals Scirpus maritimus (zoute ~) of S. lacustris (zoete ~)
"Op de vloer lag een biezen matje."
biezen
Werkwoord
  • aan rand versierd

Synoniemen

Hyperoniemen

bies (de ~ | meervoud biezen)
Zelfstandig naamwoord
  • boordsel

Hyperoniemen

bies (de ~ | meervoud biezen)
Zelfstandig naamwoord
  • de dunne plantenstengels van dit oevergewas
"zijn biezen pakken"
"knopen in biezen zoeken"

Hyperoniemen

bies (de ~ | meervoud biezen)
Zelfstandig naamwoord
  • oevergewas

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Biezen en garneringen.
  2. bij alle textielproducten: delen die niet van textiel zijn, zelfkanten, etiketten en insignes, biezen en garneringen die geen integrerend deel van het product uitmaken, met stof beklede knopen en gespen, toebehoren, versieringen, niet-elastische band, elastische draad en band die op specifieke en beperkte plaatsen van de producten worden toegevoegd en, zulks onder de in artikel 7 vastgestelde voorwaarden, zichtbare en isoleerbare vezels met decoratieve functie en antistatische vezels;