Betekenis van:
bijpassend

bijpassend
Bijvoeglijk naamwoord
  • goed staan bij elkaar
"Ze vond net voor sluitingstijd een bijpassende broek bij het groene jasje."
bijpassend
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijpassend; bijbehorend
"een rok met bijpassende blouse"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ze droeg een groene jas met een bijpassend minirokje.