Betekenis van:
bijten
bijten
Werkwoord
- door chemische inwerking doen ontstaan
"(met een zuur) gaatjes in een plaat bijten"
Hyperoniemen
bijten
Werkwoord
- iets afsnijden of afscheuren door tanden tegen elkaar te duwen
"De hond beet de arrestant in de benen."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Blaffende honden bijten niet.
- Blaffende honden bijten niet
- Zeg haar dat ge haar graag ziet. Heb geen schrik. Ze zal u niet bijten.
- Mogelijkheid om een klein onderdeel van het product af te bijten
- Mag niet worden gebruikt voor voorwerpen waarin kinderen kunnen bijten of waaraan kinderen kunnen zuigen.”.
- Om het risico op verstikking te reduceren, mag vulmateriaal dat verstikkingsgevaar oplevert, niet bereikbaar worden door de kracht die een kind kan uitoefenen, in het bijzonder door te bijten.
- door contact: rechtstreeks contact met een geïnfecteerde persoon (fecaal-oraal, via ademhalingsdruppeltjes, via de huid of seksuele blootstelling) of een geïnfecteerd dier (bv. door bijten of aanraking) of indirect contact met geïnfecteerde materialen of voorwerpen (geïnfecteerde fomites, lichaamsvloeistoffen, bloed);
- Om het risico op verstikking te reduceren, mag vulmateriaal dat verstikkingsgevaar oplevert, niet bereikbaar worden door de kracht die een kind kan uitoefenen, in het bijzonder door te bijten.
- Abnormaal gedrag zoals kauwen of bijten op staarten, oren of flanken, uittrekken van haar/wol, navelzuigen, heen-en-weerschommelen en kribbijten kunnen het gevolg zijn van ontoereikende verzorging of slechte milieuomstandigheden, sociale isolatie of verveling als gevolg van lange perioden van inactiviteit.