Betekenis van:
bijwonen
bijwonen
Werkwoord
- opzettelijk aanwezig zijn bij iets
"Hij woonde de presentatie van de professor bij."
Voorbeeldzinnen
- Ze kan de lessen niet bijwonen vanwege ziekte.
- Het bijwonen van de vergaderingen
- Vlag: bijwonen van conferenties enz.
- Geïnteresseerde ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
- Bijwonen van conferenties en/of workshops tijdens het referentiejaar
- Naar verwachting zullen tot 50 deelnemers de studiebijeenkomst bijwonen.
- Naar verwachting zullen ongeveer 100 vertegenwoordigers het seminar bijwonen.
- Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
- Bepaalde categorieën van waarnemers moeten de comitévergaderingen kunnen bijwonen.
- Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
- De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:
- Ook mag een vertegenwoordiger van de Europese Commissie de vergaderingen van het CvC bijwonen.
- De ECB kan de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen.
- De ECB kan de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen.”.
- Vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek plaatsvindt, mogen de controles bijwonen.