Betekenis van:
bijwonen

bijwonen
Werkwoord
  • meemaken; naar iets heen gaan
"een congres/begrafenis/vergadering/mis bijwonen"

Synoniemen

Hyperoniemen

bijwonen
Werkwoord
  • opzettelijk aanwezig zijn bij iets
"Hij woonde de presentatie van de professor bij."

Voorbeeldzinnen

  1. Ze kan de lessen niet bijwonen vanwege ziekte.
  2. Het bijwonen van de vergaderingen
  3. Vlag: bijwonen van conferenties enz.
  4. Geïnteresseerde ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
  5. Bijwonen van conferenties en/of workshops tijdens het referentiejaar
  6. Naar verwachting zullen tot 50 deelnemers de studiebijeenkomst bijwonen.
  7. Naar verwachting zullen ongeveer 100 vertegenwoordigers het seminar bijwonen.
  8. Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
  9. Bepaalde categorieën van waarnemers moeten de comitévergaderingen kunnen bijwonen.
  10. Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen deze vergaderingen bijwonen.
  11. De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:
  12. Ook mag een vertegenwoordiger van de Europese Commissie de vergaderingen van het CvC bijwonen.
  13. De ECB kan de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen.
  14. De ECB kan de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen.”.
  15. Vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek plaatsvindt, mogen de controles bijwonen.