Betekenis van:
bijzonder
bijzonder
Bijvoeglijk naamwoord
- niet algemeen
"in het bijzonder"
bijzonder
Bijvoeglijk naamwoord
- in hoge mate
"bijzonder goed"
Synoniemen
- zeer
- allemachtig
- beestachtig
- bliksems
- bloedig
- bovenmate
- buitengewoon
- buitenmate
- buitensporig
- crimineel
- deerlijk
- deksels
- donders
- drommels
- eindeloos
- enorm
- erbarmelijk
- fantastisch
- formidabel
- geweldig
- goddeloos
- godsjammerlijk
- grenzeloos
- grotelijks
- heel
- ijselijk
- ijzig
- intens
- krankzinnig
- machtig
- mirakels
- monsterachtig
- moorddadig
- oneindig
- onnoemelijk
- ontiegelijk
- ontstellend
- ontzaglijk
- ontzettend
- onuitsprekelijk
- onvoorstelbaar
- onwezenlijk
- onwijs
- overweldigend
- peilloos
- reusachtig
- reuze
- schrikkelijk
- sterk
- uiterst
- verdomd
- verdraaid
- verduiveld
- verduveld
- verrekt
- verrot
- verschrikkelijk
- vervloekt
- vreselijk
- waanzinnig
- zeldzaam
- zwaar
- verbluffend
- ongeloofwaardig
- onwaarschijnlijk
bijzonder
Bijvoeglijk naamwoord
- opmerkelijk
"een bijzonder verhaal/geval"
Synoniemen
- apart
- buitengemeen
- buitengewoon
- extra-ordinair
- extraordinair
- onalledaags
- ongemeen
- ongewoon
- speciaal
- buitenlands
Hyperoniemen
bijzonder
Bijvoeglijk naamwoord
- een hoogst eigenaardige kwaliteit of eigenschap hebbend
Voorbeeldzinnen
- Antieke vloerkleden zijn bijzonder waardevol.
- Het is vandaag bijzonder heet.
- Je bent heel bijzonder
- Ik hou van muziek, in het bijzonder van klassieke muziek.
- Het product is bijzonder veelzijdig.
- Bijzonder
- geregeld bijzonder
- Bijzonder voedingsdoel
- Bijzonder rapport
- Bijzonder verlof en zwangerschapsverlof
- Bijvoorbeeld: bijzonder ernstige omstandigheden.
- Meer in het bijzonder:
- Bijzonder ongevallenstelsel voor ambtenaren
- Van bijzonder belang zijn:
- Diervoeders met bijzonder voedingsdoel